Slide background
Slide background
Slide background
Duurzaamheid een containerbegrip: nou en?!
01-12-2014
Vaak hoor ik over duurzaamheid: ‘dat is een containerbegrip’. Meestal als excuus om er niet op door te gaan. In ons taalgebruik zitten echter veel ‘containerbegrippen’. Wat dacht u van ‘veiligheid’, ‘zorg’, ‘vriendschap’ en ‘liefde’. Daar valt van alles onder. Wat bedoeld is, is vaak heel duidelijk. Maar wat het voor het handelen van alledag betekent: dat is een ander verhaal.

Volgens het woordenboek is een ‘container’: ‘iets dat iets kan bevatten’. Zoeken we ‘duurzaamheid’ op dan verschijnt: ‘eigenschap van lang goed te blijven of te blijven bestaan’ en ‘het streven om verstandig met energiebronnen en het milieu om te gaan’.

Richtinggevend is de betekenis die de VN-commissie Brundtlandt in 1987 aan duurzaamheid gaf: ‘..dat menselijke handelingen geen belasting mogen zijn voor de (leef)omgeving en voor het milieu, zodat ook toekomstige generaties gebruik kunnen maken van die omgeving. Nieuwe ontwikkelingen moeten daarom aansluiten op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen’.

Vertaald naar ruimtelijke ordening is ‘duurzaamheid’ dus een uitleg van het begrip ‘toekomstwaarde’. Samen met ‘gebruikswaarde’ en ‘belevingswaarde’ noemen we dat ‘ruimtelijke kwaliteit’. Wie verkeerd wil, haalt opnieuw zijn schouders op: allemaal containerbegrippen. En gaat door met de waan van de dag. Toch is dat jammer.

Duurzaamheid kan inderdaad op van alles en nog wat slaan. Bijvoorbeeld: hoe je goederen produceert. Dat kan door ervoor te zorgen dat tijdens het productieproces geen afval ontstaat. Na gebruik is het product grondstof voor andere producten. ‘Afval = voedsel’: het gedachtegoed van Cradle to cradle. Het navolgen van deze gedachte heeft intussen wereldwijd geleid tot allerlei nieuwe uitvindingen, technieken en bedrijven die zich hierop toeleggen. Een nieuwe economie dus.

In de documentaire Groen Goud 2, die het VPRO-programma Tegenlicht op 5 oktober uitzond, gaat het over duurzame landbouw. Getoond worden gebieden in China, Spanje, Egypte en India, waar ecosystemen volledig verstoord waren (woestijn zelfs), maar waar mensen aan de slag zijn gegaan met herstel daarvan. Dat heeft ook hier als bijeffect, dat lokaal en regionaal een nieuwe economie ontstaat. Het brengt werk, geld en hoop voor de mensen die er wonen. In de documentaire heet dat: ‘hersteleconomie’. De documentaire staat op internet. Ik kan u aanraden dat te bekijken vooral vanwege het positieve gevoel dat het oplevert.

Wat is duurzaamheid nu bij ruimtelijke ordening? In mijn boek heb ik aangegeven dat het als onderdeel van ruimtelijke kwaliteit moet worden meegewogen bij alle besluiten over het leggen van bestemmingen, bouwen, slopen en andere vormen van grondgebruik. In welke mate is vooral en vooralsnog een politieke keuze.

Het wetsvoorstel voor de Omgevingswet, dat bij de Tweede Kamer ligt en over een aantal jaren (2018?) in werking treedt, bepaalt in artikel 1.3 het volgende:
“Deze wet is met het oog op duurzame ontwikkeling gericht op het in onderlinge samenhang:
a. Bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit en
b. Het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies.”

Vervolgens schrijft artikel 1.6 van het wetsvoorstel voor: ‘Een ieder draagt voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving’.

Het gaat hier dus om duurzaamheid als maatschappelijke doelstelling: voor de overheid bij alle besluiten, maar ook voor alle andere betrokkenen. De Omgevingswet wil bereiken dat we met zijn allen gaan zorgen voor de fysieke leefomgeving en dus: voor ‘morgen’.

Wat dit juridisch betekent? Daar zullen nog wel boeken over vol geschreven worden. Maar veel interessanter is de bedoeling van die wet. Duurzaamheid is namelijk ook een interessante opgave, niet in de laatste plaats vanwege de economische effecten en resultaten.

We ontkomen er dus niet aan om met duurzaamheid aan de slag te gaan. Dat betekent zoeken naar concrete toepassingen. Er ligt daarbij – vind ik – een duidelijke taak voor de overheid: nu vanwege een ‘goede ruimtelijke ordening’, straks vanwege de zorgtaak voor de fysieke leefomgeving. Duurzaamheid kan (moet?) daarom terugkomen in allerlei overheidsbesluiten. Dat kan door het in het beleid (structuurvisies en beleidsregels) als uitgangspunt te nemen. Door bij het leggen van bestemmingen en het formuleren van regels te kiezen voor functies met een duurzaam karakter. Door in het kader van uitnodigingsplanologie partners te zoeken die ermee aan de slag willen. Door het mee te nemen in berekeningen in het kader van de grondexploitatie. Door bouwers en initiatiefnemers te wijzen op andere materialen en bouwtechnieken. Etcetera, etcera.

Duurzaamheid een containerbegrip? Nou en! Hoog tijd om het te concretiseren. Omdat het goed is voor onze leefomgeving én onze economie.

Informatie over Cradle to cradle vindt u op https://www.youtube.com/watch?v=tdmjW1-66MI

De documentaire vindt u op http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/groen-goud-2.html

Voorbeelden van concrete toepassingen vindt u in het boek RO voor bestuurders en raadsleden op pag. 37-45 en pag. 211.

  duurzaamheid, gebiedsontwikkeling, gebiedsontwikkeling nieuwe stijl, omgevingswet, regisseur, sturing door de raad


Reactie(s)

Er zijn nog geen reacties op dit artikel.



Naam


Email


Uw reactie








ABONNEER
je op deze Blog via E-mail

Vul je emailadres in om in te schrijven op deze blog en emailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

MENSELIJK
Oog voor mens en omgeving binnen de juridische puzzel.
NIEUWE STRUCTUREN
RO gaat nog te veel over de geijkte paden. Durf die los te laten.
DRAAGVLAK
RO bekijk je vanuit alle invalshoeken. Alleen dan krijg je mensen mee.